Utrecht - Ridderhofstad - vrijwoningen (van de) Eleëmosynae van Oudmunster0000.0011

 

 Literatuur

 

 1998

- Kam, René de, 'Voor den armen alhier'. De geschiedenis van vijf Utrechtse fundaties en hun vrijwoningen. Deel in de serie 'Historische Reeks Utrecht', nr 24. Utrecht (Matrijs), 1998cop.. [64 blz. ISBN 90.5345.128.5]. Hierin "De Eleëmosynae van Oud-Munster": blz. 32-41. Op blz. 33-34 (in de bespreking van de vrijwoningen: "Een van die geestelijken [van het kapittel van Oudmunster] was de kanunnik Jan van Medenblick, die bij zijn overlijden in 1542  37 kameren aan de stichting naliet. Deze stonden door de hele stad verspreid, zij het met een concentratie rond de 'Ridderhofstede', het huidige Ridderhofstad, vlak bij het Lepelenburg, dat zelfs enige tijd 'Medenblick's steeghe' heeft geheten. Aan de 'Vuile steeghe', de huidige Groenestraat, stonden nog eens tien woningen. Van de overige huisjes, waarvan er nog vijf op de Begijnenhof te vinden waren, zijn de twaalf Apostelkameren het moeilijkst te traceren. Het testament uit 1542 vermeldt slechts dat ze stonden bij het 'grote huys'. Het is echter goed mogelijk dat ook zij op de 'Ridderhofstede' gestaan hebben. Dit zou kunnen worden afgeleid uit de lijst van Lapp van Waveren, die maar liefst 27 godskameren van Oud-Munster op die plaats vermeldt. [...]" Het 'grote huis' zou Groot Lepelenburg kunnen zijn, "of het oude Ridderhuis waaraan het straatje zijn naam ontleent en dat in 1629 nog op die plaats wordt vermeld.")